Monstername volgens IP2: strengere regels voor mengmonsters, verplichte staalnames en extrapolatie
Met de invoering van het Inspectieprotocol IP2 zijn ook de regels rond monstername grondig herzien.
De nieuwe bepalingen leggen meer nadruk op nauwkeurigheid, representativiteit en traceerbaarheid van stalen.
Vooral het gebruik van mengmonsters, de verplichte staalnames bij bepaalde materialen en de voorwaarden voor extrapolatie zijn nu veel strikter omschreven.
Mengmonsters
In IP2 wordt het begrip mengmonster duidelijk gedefinieerd:
Een mengmonster is één monster dat bestaat uit meerdere monsternamepunten van hetzelfde materiaal.
Het labo onderzoekt het geheel en doet uitspraak over het mengmonster, niet over de afzonderlijke punten.
Belangrijke vernieuwingen
Een mengmonster bevat minimaal 2 en maximaal 4 monsternamepunten.
De ADI mag enkel mengmonsters nemen voor materialen waarvoor dit expliciet toegestaan is in tabel 5.9.4.3 van het IP2.
Alle punten binnen één mengmonster moeten afkomstig zijn van hetzelfde inspecteerbare materiaal.
De ADI vermeldt altijd aan het labo dat het om een mengmonster gaat, zodat het correct geanalyseerd en geregistreerd wordt.
Een opvallende wijziging is dat bij leidingisolatie nu evenveel mengmonsters van de bochten moeten worden genomen als van de rechte stukken. Dit heeft vooral gevolgen voor lengte-intervallen van 20 meter en meer.

Verplichte monsternames: minder interpretatie, meer zekerheid
De vrijheid van de deskundige om te beoordelen of een staalname “nodig” is, wordt in IP2 aanzienlijk beperkt.
Bemonstering is verplicht voor elk inspecteerbaar materiaal, tenzij er een geldige reden is om dat niet te doen.
Monstername mag enkel achterwege blijven als:
het materiaal al geïdentificeerd is als asbesthoudend of niet-asbesthoudend op basis van:
een bestaande laboanalyse (bewijsdocument),
of bewijsdocumenten én expertise van de ADI;
of als monstername onmogelijk is door:
een onderzoeksbeperking (bv. onveiligheid of ontoegankelijkheid);
risico op schade die verder gaat dan de staalname zelf;
gebrek aan eigendomsrecht (materiaal behoort niet toe aan de opdrachtgever);
of weigering van de opdrachtgever (waarbij dit wel correct moet worden geregistreerd).
Monstername is altijd verplicht voor:
Spuitlagen en bevlokking
Thermisch isolerend materiaal in gips of cement
Pleisterwerk
Crepi
Voor deze materialen gelden geen uitzonderingen op basis van visuele herkenning of “voorkennis” en de opdrachtgever mag de monstername van deze materialen niet meer weigeren.

Bewaartermijn en traceerbaarheid in labo’s
IP2 legt ook nieuwe regels vast voor de bewaring van monsters.
Het asbestlabo dat de analyses uitvoert moet:
elk monster minstens twee jaar bewaren,
en elk staal voorzien van een unieke identificatiecode, zodat heranalyse mogelijk blijft.
Als het labo het monster niet kan bewaren (bijvoorbeeld door een chemische voorbehandeling), moet dit expliciet worden vermeld op het analyserapport.
Extrapolatie: nieuwe regels
Het overnemen van gegevens uit andere inventarissen - de zogenaamde extrapolatie - is onder bepaalde voorwaarden toegestaan.
Extrapolatie mag enkel wanneer:
het gaat om identieke constructies binnen dezelfde statistische sector;
de constructies gebouwd zijn in dezelfde bouwfase en volgens hetzelfde lastenboek en materiaalgebruik;
de ADI mandaat en toegang heeft tot de oorspronkelijke inventaris en het attest;
de ADI de gegevens ter plaatse heeft gecontroleerd;
en het volledige inspectiegebied opnieuw onderzoekt (geen papieren oefening).
De ADI moet duidelijk aangeven van welk inspectiegebied de gegevens geëxtrapoleerd zijn en welke bewijsdocumenten dit ondersteunen.
Beperkingen:
Extrapolatie mag niet binnen hetzelfde inspectiegebied.
Extrapolatie van laboresultaten mag alleen voor wooneenheden,
niet voor gemene delen of niet-residentiële gebouwen.
Uitzondering: garageboxen of vergelijkbare constructies.
Minimale representatieve monsternames
IP2 legt bovendien vast hoeveel wooneenheden minimaal bemonsterd moeten worden om de extrapolatie geldig te verklaren:
Tabel extrapolatie monstername IP2
Conclusie
IP2 maakt van monstername een nauwkeurige wetenschap.
De vrijheid van interpretatie wordt ingeperkt en de traceerbaarheid vergroot.
Voor de asbestdeskundige betekent dit meer verantwoordelijkheid, maar ook meer duidelijkheid, juridische zekerheid en kwaliteit in elk dossier.
Dit artikel behandelt de belangrijkste wijzigingen. 
Wie alle details wil nalezen, vindt ze terug in hoofdstuk 5.9 van het Inspectieprotocol IP2.
🧾 Asbestattest nodig in Halle, Dilbeek of omgeving?
Asbestspotter is een erkend en gecertificeerd asbestdeskundige, gespecialiseerd in het opmaken van wettelijk verplichte asbestattesten.
Wij zijn actief in Halle, Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Lennik en de ruime regio.
📞 Contacteer ons voor een snelle, correcte en betaalbare asbestinventaris.
Wees voorzichtig met asbest. Voorkomen is beter dan (niet meer) genezen.
Back to Top