Gemeenschappelijke delen of gemeenschappelijk gebruikte delen: wanneer is welk asbestattest verplicht?
Sinds de invoering van de asbestattestverplichting is het onderscheid tussen gemeenschappelijke delen en gemeenschappelijk gebruikte delen vaak een bron van verwarring, zelfs bij notarissen, makelaars en syndici. Toch is dat onderscheid cruciaal om te bepalen wanneer een asbestattest vereist is, en vanaf wanneer.
In dit artikel leggen we helder en juridisch correct uit wat de regels zijn, wie verantwoordelijk is en vanaf wanneer de verplichtingen gelden.
Gemeenschappelijke delen bij mede-eigendom (VME)
Bij een gebouw in mede-eigendom, bijvoorbeeld een appartementsgebouw met meerdere eigenaars, spreken we van gemeenschappelijke delen.
Die behoren toe aan de Vereniging van Mede-Eigenaars (VME), vertegenwoordigd door de syndicus.
Die behoren toe aan de Vereniging van Mede-Eigenaars (VME), vertegenwoordigd door de syndicus.
Voorbeelden van gemeenschappelijke delen:
het dak en de gevels
de traphal, inkomhal en lift
de leidingschachten en technische ruimtes
gemeenschappelijke garages, kelders of fietsenbergingen
Vanaf wanneer verplicht?
Vanaf 1 januari 2027 geldt een generieke verplichting:
De VME moet altijd beschikken over een asbestattest voor de gemeenschappelijke delen,
ongeacht of er sprake is van verkoop, schenking (overdracht onder levenden).
De VME moet altijd beschikken over een asbestattest voor de gemeenschappelijke delen,
ongeacht of er sprake is van verkoop, schenking (overdracht onder levenden).
Tot die datum is een asbestattest voor de gemeenschappelijke delen enkel verplicht bij verkoop of schenking van een individuele unit in het gebouw, en alleen als het asbestattest van de gemeenschappelijke delen reeds beschikbaar is.
Belangrijk: dit asbestattest wordt dus niet opgemaakt door een individuele eigenaar, maar door de VME via de syndicus.
Elke eigenaar blijft daarnaast verantwoordelijk voor zijn eigen privatieve delen, dus het appartement zelf.
Gemeenschappelijk gebruikte delen bij één eigenaar
Niet elk gebouw met meerdere woonunits valt onder een VME.
Wanneer er slechts één eigenaar is - bijvoorbeeld bij een opbrengsteigendom met meerdere appartementen of studio’s - spreken we niet van gemeenschappelijke delen, maar van gemeenschappelijk gebruikte delen.
Wanneer er slechts één eigenaar is - bijvoorbeeld bij een opbrengsteigendom met meerdere appartementen of studio’s - spreken we niet van gemeenschappelijke delen, maar van gemeenschappelijk gebruikte delen.
Voorbeelden:
een inkomhal of traphal die toegang biedt tot meerdere studio’s
een gedeelde wasruimte, fietsenstalling of technische ruimte
een gemeenschappelijke kelder of zolder
Vanaf wanneer verplicht?
Vanaf 1 mei 2025 geldt de verplichting bij verkoop of schenking (overdracht onder levenden):
zodra er twee of meer wooneenheden zijn én minstens één ruimte die gemeenschappelijk gebruikt wordt, moet er een apart asbestattest voor die gemeenschappelijk gebruikte delen worden opgemaakt.
zodra er twee of meer wooneenheden zijn én minstens één ruimte die gemeenschappelijk gebruikt wordt, moet er een apart asbestattest voor die gemeenschappelijk gebruikte delen worden opgemaakt.
De generieke verplichting (dus ook zonder verkoop of schenking) geldt pas vanaf 2032,
net zoals voor een gewone woning.
net zoals voor een gewone woning.
Daarnaast moet elke afzonderlijke wooneenheid zijn eigen asbestattest hebben.
Wat telt als een “wooneenheid”?
De regelgeving kijkt naar de feitelijke situatie, niet naar de kadastrale indeling.
Een wooneenheid is een afzonderlijke woonruimte met:
een afsluitbare privétoegang
een leefruimte
een kookruimte
en een was- of sanitaire ruimte
Met andere woorden: ook wanneer een gebouw niet kadastraal opgesplitst is, maar feitelijk uit meerdere zelfstandige wooneenheden bestaat, moet voor elke unit een afzonderlijk asbestattest worden opgemaakt.
Samenvattend
Gemeenschappelijke delen = bij mede-eigendom (VME).
Verplicht vanaf 1 januari 2027, generiek.
Gemeenschappelijk gebruikte delen = bij één eigenaar met meerdere wooneenheden.
Verplicht vanaf 1 mei 2025 bij verkoop of schenking.
Generieke verplichting pas vanaf 2032.
Elke afzonderlijke wooneenheid heeft een eigen asbestattest nodig.
De feitelijke indeling bepaalt het aantal vereiste attesten, niet het kadaster.
Tip voor notarissen, syndici en makelaars
Controleer bij elk dossier:
Hoeveel feitelijke wooneenheden er zijn;
Of er gemeenschappelijk gebruikte ruimtes aanwezig zijn;
Of het gebouw onder een VME valt;
Of de datum van overdracht bepalend is voor de verplichting.
Zo vermijdt u misverstanden bij verkoop, schenking of overdracht en voorkomt u vertraging door ontbrekende of foutieve asbestattesten.
Conclusie
Het aantal en type asbestattesten hangt niet alleen af van de structuur van het gebouw, maar ook van de juridische context en het tijdstip van overdracht.
Vanaf 2025 en 2027 breiden de verplichtingen stapsgewijs uit tot de generieke verplichting in 2032 voor alle gebouwen met bouwjaar vóór 2001.
Vanaf 2025 en 2027 breiden de verplichtingen stapsgewijs uit tot de generieke verplichting in 2032 voor alle gebouwen met bouwjaar vóór 2001.
Wilt u zeker zijn dat uw gebouw correct in orde is volgens de recentste regelgeving?
Asbestspotter helpt eigenaars, syndici en makelaars bij het correct bepalen en aanvragen van de vereiste asbestattesten: helder, juridisch juist en zonder verrassingen.
Asbestspotter helpt eigenaars, syndici en makelaars bij het correct bepalen en aanvragen van de vereiste asbestattesten: helder, juridisch juist en zonder verrassingen.
Concreet overzicht: hoeveel asbestattesten zijn vereist?


🧾 Asbestattest nodig in Halle, Dilbeek of omgeving?
Asbestspotter is een erkend en gecertificeerd asbestdeskundige, gespecialiseerd in het opmaken van wettelijk verplichte asbestattesten.
Wij zijn actief in Halle, Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Lennik en de ruime regio.
Wij zijn actief in Halle, Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Lennik en de ruime regio.
📞 Contacteer ons voor een snelle, correcte en betaalbare asbestinventaris.
Wees voorzichtig met asbest. Voorkomen is beter dan (niet meer) genezen.